Geitenstop Utrecht: Boeren en LTO twijfelen aan onderzoek

Geitenstop Utrecht: Boeren en LTO twijfelen aan onderzoek

Is een geitenstop in de provincie Utrecht wel echt nodig? Die vraagt doemt op na het besluit van de provincie. Vanaf vandaag mogen geitenhouderijen met meer dan tien geiten niet uitbreiden vanwege gezondheidsrisico’s.

Ook het omzetten van bestaande agrarische bedrijven naar geitenhouderijen met meer dan tien geiten, is niet meer mogelijk. Nieuwe boerderijen met meer dan tien geiten krijgen voorlopig geen vergunning. Dit komt allemaal doordat uit recent onderzoek blijkt dat omwonenden van geitenhouderijen in een straal van 2 kilometer meer kans hebben op een longontsteking. Belangenorganisatie LTO en Utrechtse boeren twijfelen openlijk aan het onderzoek en ze vrezen voor hun geliefde sector.

Geitenhouder

Geitenboer William van der Burg uit Zegveld betreurt het dat de geitenhouderij, na de Q-koorts-affaire, weer in een kwaad daglicht staat:

“Ja, waar hebben we het over. Want er zijn zoveel factoren van invloed. Ik vraag me af of we dat nou zo eventjes aan de geitenhouderij kunnen toeschrijven.”

Provincie

Gedeputeerde Mirjam Maasdam snapt de zorgen. Maar volgens haar moest deze maatregel wel ingesteld worden.

“We hebben dit besluit genomen uit voorzorg. De GGD Utrecht heeft ons ook echt geadviseerd dat er voor ons ook een risico is net als in Brabant. We moeten het voorzorgsbeginsel in acht nemen in het kader van de volksgezondheid en daarom hebben wij ook een geitenstop afgekondigd.”

Volgens Maasdam zullen maar weinig geitenhouders getroffen worden, in vergelijking met omliggende provincies zoals Brabant en Gelderland.

“Als je kijkt naar vorig jaar zijn het geen grote aantallen. Bij mijn weten waren het negen aanvragen voor nieuwe vestigingen of omgevingsvergunnigen en dit jaar is er sprake van eentje. Dus het zijn geen grote aantallen, maar volksgezondheid is iets waar je geen risico’s mee wil lopen.”

Belangenorganisatie

LTO Noord kijkt heel anders tegen de geitenstop aan. Belangenorganisatie noemt het besluit onnodig, onterecht en onverwacht. Dat komt omdat er volgens hen nog geen direct verband is aangetoond tussen de geitenhouderij en het krijgen van een longontsteking.

“Het is een groot besluit met veel impact, maar met een dunne onderbouwing. Het besluit haalt indirect ook een streep door de verduurzaming van de geitenhouderij. Omdat het aantal melkgeiten per bedrijf niet meer mag toenemen, wordt ook een rem gezet op de verduurzaming en verbetering van dierenwelzijn die meestal hand in hand gaan met bedrijfsontwikkeling”, aldus voorzitter Bert van Donselaar van LTO Noord.

Onderzoekers

Hoogleraar Dick Heerderik heeft samen met het RIVM onderzoek gedaan naar de relatie tussen geitehouderijen en longontstekingen. En hij het is volgens hem toch echt waar, hoe raar het ook lijkt:

“We zien dat verband consistent over meerdere jaren. Maar wat de oorzaak is weten we nog niet.”

Het kan ook zo maar zijn dat het niet aan het dier ligt maar aan wat anders.

“Het kan bijvoorbeeld ook aan de compost liggen. Sinds de Q-koorts zijn geitenhouders verplicht om hun mest op te slaan, want die mag je niet meer gelijk over het land verspreiden. En die dekken ze dan af, maar dan krijg je broei en dat gaat composteren. Het zou heel goed kunnen dat het schimmels en bacterieën uit de compost zijn.”

Het vervolgonderzoek naar de oorzaak is op dit moment nog bezig. De eerste resultaten worden pas in 2020 verwacht.

Bron: RTV Utrecht