Het aanbrengen van een beschoeiing en het opknappen van het wegdek langs de Lange Linschoten vraagt om een eendrachtige samenwerking van alle betrokken partijen. Alleen als de gemeente, provincie, aanwonenden, het waterschap en het landgoed Linschoten de handen ineen slaan, kan de jarenlange patstelling doorbroken worden.
Gesprekken
Die boodschap droeg wethouder Bob Duindam dinsdag 31 januari uit ten overstaan van de forumleden Ruimte en de aanwonenden van de Lange Linschoten. In de achterliggende maanden heeft hij zo’n 40 gesprekken gevoerd. Die leverden Duindam genoeg informatie op om vast te stellen waarom het project nog niet van de grond is gekomen. En vooral wat er moet gebeuren om dat wel voor elkaar te krijgen. Daarover is hij hoopvol gestemd.
“De provincie heeft een projectleider aangesteld die verkent hoe dit moet worden aangepakt om een cirkel van verwachtingen en teleurstellingen te doorbreken.”
Reconstructie
Wat Duindam betreft gaan ook andere betrokkenen bijdragen in de kosten die de reconstructie van de Lange Linschoten vergt. Het gaat hier namelijk om meer dan alleen een algemeen belang. Verder vragen lastige kwesties om een duidelijke standpuntbepaling. Bijvoorbeeld hoe om te gaan met de bestaande knotwilgen langs de oevers? Die bemoeilijken namelijk het aanbrengen van een beschoeiing en zorgen voor extra kosten. En wat te doen met de bestaande bedrijven? Is verplaatsing een optie?
Aan een tijdsplanning waagt Duindam zich niet. Wel gaan de aanwonenden nog dit jaar wat merken van zijn aanpak.
“We laten over een afstand van 100 meter een modelbeschoeiing slaan. De ervaringen die we daarmee op doen, moeten ons helpen om het totale project tot een succes te maken.
