Utrechtse ondernemers pessimistisch over omzet

Utrechtse ondernemers pessimistisch over omzet

Wel zijn er grote verschillen tussen de diverse sectoren: zo verwacht in de groothandel 37% van de ondernemers een toename in de omzet. Uitschieter in negatieve zin is de bouw waar 22% van de ondernemers een omzetdaling verwacht, tegenover slechts 2% waar een omzetstijging wordt verwacht. Dit komt vooral doordat Utrechtse ondernemers in de bouw meer dan gemiddeld op nieuwbouw gericht zijn, terwijl juist deze tak het zwaar heeft.

Ook de zakelijke dienstverlening in de provincie Utrecht heeft het moeilijk. Daar is sprake van grote verscheidenheid: 26% van de ondernemers in deze sector verwacht een omzetstijging in het tweede kwartaal maar 28% verwacht een omzetdaling. Dit laat zien dat een grote groep ondernemers in de zakelijke dienstverlening de gevolgen voelt van de economische onrust. Ook de personeelssterkte van deze sector laat dit beeld zien: zowel ten aanzien van de realisatie in het tweede kwartaal als de verwachtingen voor het derde kwartaal zijn de ondernemers zeer pessimistisch.

Ook ondernemers die exporteren zien de ontwikkelingen overwegend somber in. Zagen in het tweede kwartaal nog meer ondernemers hun omzet uit export stijgen dan andersom (19% tegenover 10%), wat betreft de verwachtingen zijn de rollen omgedraaid (10% tegenover 13%). De belangrijkste verklaring voor de sombere exportverwachtingen is de verslechterde internationale orderpositie in Duitsland. Gezien het belang van de Duitse economie voor de Nederlandse export is het zeer reëel te veronderstellen dat een verdere teruggang van de Duitse economie zijn sporen zal nalaten in Nederland en dus ook in de provincie Utrecht.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland (COEN) voor het derde kwartaal van 2011, toegespitst op de provincie Utrecht. Het lijkt er op dat de economie in de provincie Utrecht zware tijden tegemoet gaat. Dit baart ons uiteraard grote zorgen. Gelet op deze ontwikkelingen dringt de KvK er bij overheden op aan om de regionale economie te ondersteunen waar dat kan.